Het Social Media Ambitie Model is een versimpelde weergave die illustreert op welke manieren organisaties hun doelgroep kunnen benaderen. Dit model is in 2009 ontwikkeld door Wilco Verdoold en Marco Frijlink van Budeco.
Het model is een houvast voor het ontwikkelen van een Social Media beleid en bijbehorende planning van activiteiten. Het kan tevens worden gebruikt om de bestaande Social Media activiteiten in kaart te brengen. Het model bestaat uit zes lagen.
Observeren
Van observeren kun je leren, met name over hoe de doelgroep zich op Social Media voortbeweegt, maar ook het observeren van concurrenten kan hierin meegenomen worden. Een organisatie hoeft niet actief te zijn op Social Media om een tactiek op basis van observeren toe te passen. Observeren kan ook een doel op zich zijn. Hierbij wordt er gekeken naar het algehele sentiment over de organisatie, merk, product of dienst en of dat in de loop van de tijd een negatieve of een positieve wending neemt.
Reageren
Reageren wordt vaak geassocieerd met het antwoorden op klachten of vragen. Maar een idee of compliment kan natuurlijk ook een vervolg krijgen door daar met een positief bericht op te reageren. Door op Social Media kanalen te zoeken op bedrijfsnaam, producten, merken en medewerkers, worden er berichten gevonden waarop gereageerd kan worden. Het is onwenselijk om op elk bericht te reageren. Niet reageren is ook een keuze, een hele goede keuze in bepaalde gevallen.
Participeren
Reageren en participeren hebben een nauwe band. Reageren is echter, niet geheel verrassend natuurlijk, reactief, daar waar participeren in online gesprekken en discussies een proactieve houding vergt. Er moet nieuwe content geproduceerd en verspreid worden. Participeren betekent meer dan alleen reageren op berichten over organisatie of merk. Het heeft een ‘belangeloos’ aspect, waarbij het gaat om de inbreng en niet om het resultaat. Een uitzendbureau kan bijvoorbeeld waardevolle informatie inbrengen over voor- en nadelen van uitzendkrachten en bijbehorende voorwaarden, op het moment dat er een discussie ontstaat tussen werkgevers over de inzet van deze krachten.
Faciliteren
Is de organisatie expert in een vakgebied, of heeft het dat als doelstelling, dan is participeren (zie vorige punt) een goede eerste stap. Binnen kanalen en discussiegroepen wordt dan actief deelgenomen aan bestaande conversaties en discussies. Het grote voordeel hiervan is dat de organisatie niet primair verantwoordelijk is voor het kanaal. Dat geldt echter niet voor faciliteren. Faciliteren vergt een zeer actieve houding, een uitbreiding van marketingactiviteiten en een community manager. Zo’n community manager draagt zorg voor content en activatie van een of meerdere online communities, gebaseerd op een thema of een specifieke groep personen.
Creëren
De overtreffende trap van het faciliteren van groepen op bestaande kanalen, is het creëren van een eigen sociaal kanaal of omgeving. Denk hierbij aan een platform waar consumenten ervaringen met gekochte producten met elkaar delen. Het is verstandig om de doelgroep te analyseren op activiteit op bestaande, succesvolle kanalen. Is dit niet het geval, dan is het creëren van een eigen kanaal een optie. Zo’n kanaal kan ook in de vorm van een mobiele app gecreëerd worden.
Innoveren
Onder innoveren valt het bedenken van nieuwe social media concepten die buiten de reguliere Social Media platformen vallen. Daar waar het bij creëren gaat om het ontwikkelen van min of meer bekende vormen van Social Media, wordt het hier breder getrokken: een nieuw platform met compleet nieuwe functionaliteiten. Voorbeelden van platformen die innovatief zijn, zijn vergelijkbaar met kanalen als Pinterest en Instagram. Diverse niche-netwerken, applicaties en games die voor een belangrijk gedeelte op sociale componenten zijn gebaseerd, vallen in de categorie Innoveren.
Bron: Social Media Ambitie Model
.
Op welke volgorde moet je deze model toepassen? Mijn Social Media Planning docent zegt, dat je deze model vanaf de laag Innoveren moet beginnen. Klopt dit?
Nee, juist andersom.